Verkiezingen en woningnood

5 maart 2021 – De verkiezingsprogramma’s staan bol van idealen en beloftes. Over één thema is iedereen het eens: er moeten veel meer woningen worden gebouwd. Hoeveel aandacht hebben politieke partijen voor de bouwsector in hun verkiezingsprogramma’s?

  • Een nationaal programma om investeringen in betaalbare nieuwbouw te stimuleren, komt veel voor in de programma’s van VVD, CDA, PvdA, SP, D66, ChristenUnie, GroenLinks en DENK.
  • Woningcorporaties moeten in de ogen van de meeste partijen (weer) meer sociale huur bouwen en hebben bij diverse partijen ook een belangrijke rol in het realiseren van meer middenhuur.
  • De PvdA maakt zich sterk voor de bouw van 100.000 betaalbare woningen per jaar. De ChristenUnie wil dat ook maar willen beginnen met woningen voor senioren.
  • GroenLinks pleit voor een miljoen nieuwe woningen in 2030.
  • Forum voor Democratie wil vooral snel bouwen.
  • De VVD stelt voor om besluitvormingsprocedures bij nieuwbouw te verkorten, en overbodige bureaucratie te schrappen.

Creatieve ideeën om de woningnood te verlichten zien we in het programma van GroenLinks (stimuleer gezamenlijke woonvormen voor alleenstaanden en ouderen), CDA (maak ruimte voor alternatieve woonvormen), D66 (bouw sneller betere huizen in een fabriek), de PvdD (combineer wonen en zorg) en de SGP (tijdelijke woningen).

  • CDA, PvdA, GroenLinks, 50Plus, D66, Denk en ChristenUnie zijn voor het afschaffen van de heffing zodat het vrijgekomen geld aan meer nieuwbouw besteed kan worden.
  • VVD wil de verhuurdersheffing laten aanpassen, SGP wil een vermindering van de heffing.
  • De PvdD wil het vooralsnog gebruiken voor verduurzaming van gebouwen en dan pas afschaffen.
  • Bij de andere partijen FvD en PVV komt het niet aan bod.

Woningcorporaties worden weer gezien als partner van de overheid. In de meeste programma’s zien we dat terug bij de rol voor corporaties bij nieuwbouw, verduurzaming, wonen en zorgen voor de (leefbaarheid in) wijken.

Bouwlocaties

Grote verschillen in de programma’s ontstaan bij de vraag of woningen binnen de stad of er buiten gebouwd moeten worden.

  • GroenLinks pleit voor het inruilen van bestaande infrastructuur voor nieuwe woningen binnen de steden. Buiten de steden in de natuur huizen bouwen is een no-go.
  • De PvdD wil de veehouderij laten krimpen om plaats te maken voor nieuwbouw.
  • In het geval van D66 en PVV betekent dat meer bouwgrond beschikbaar stellen buiten de Randstad om de woningdruk daar te verlichten.
  • De VVD vindt binnenstedelijk bouwen ook onvoldoende. De partij wil verder een OZB-tarief instellen voor onbebouwde woningbouwgrond zodat deze niet braak ligt.
  • De SGP kijkt naar beide opties en wil zowel binnen als buiten de stad woningen bouwen.
  • Volgens de FvD is de plek waar Schiphol ligt een goede locatie voor woningbouw, recreatie en natuur.

Minister van Volkshuisvesting

Politieke partijen pleiten in hun verkiezingsprogramma’s voor het terugkeren van deze ministerpost. Deze moet een regierol vanuit het Rijk krijgen om ervoor te zorgen dat het woningtekort wordt opgelost.

  • Alleen de VVD en SGP willen meer regie, maar zonder een speciaal ministerie.
  • GroenLinks pleit ook voor een minister van Volkshuisvesting die hardere afspraken moet maken met regio’s.
  • Volgens de SP kan zo’n nieuw ministerie van Wonen een nationaal bouwplan maken, dat volgens de CDA zich moet inzetten om binnen 10 jaar die miljoen nieuwe woningen te bouwen.

Bijna iedereen committeert zich aan de doelen uit het Klimaatakkoord (49 procent CO2-reductie in 2030, en 95 procent in 2050). Dat zien we het meeste terug in de woningbouw en -renovatie, een onderwerp dat de kiezer raakt.

  • Volgens D66 en GroenLinks kan het vergroenen sneller; zij willen economie en samenleving naar 60% reductie dwingen in 2030.
  • De VVD wil het verduurzamen van woningen fiscaal aftrekbaar laten maken en bewoners niet onder druk zetten om hieraan mee te werken.
  • De PvdA wil hogere kortingen regelen op energie. De SP wil ‘hulp’ bieden bij het isoleren en plaatsen van zonnepanelen.
  • GroenLinks wil eigenaren van huurwoningen verplichten om te verduurzamen en subsidie beschikbaar stellen voor isoleren van de woning en het aanschaffen van een warmtepomp. Nieuwbouw is energieneutraal, zeggen GroenLinks en de PvdD.
  • Het CDA pint zich nergens op vast, maar vindt houtbouw een goed alternatief voor steen en beton. De partij wil bouwers meer zekerheid bieden middels meerjarige investeringen voor verduurzaming.
  • De D66 wil in zijn dikke verkiezingsprogramma dat de overheid circulaire normen meeneemt in aanbestedingen. En een materialenpaspoort voor gebouwen.
  • Ook ChristenUnie en de PvdD willen een materialenpaspoort. Samen met GroenLinks en PvdD focussen ze op meer normen voor klimaatneutraal, circulair en duurzame materialen bij de bouw.
  • Hier blijven PVV en FvD juist van weg. Zij willen respectievelijk stoppen met alle regels aangaande klimaat en stikstof, en overwegen geen subsidies voor het verduurzamen van woningen. Zij stemden in 2018 ook als een van de weinigen tegen de wet die het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen vastlegt.
  • De VVD maakt duidelijk dat de PAS-uitspraak van de Raad van State in 2019 en milieueisen onderdoen voor veiligheid. Noodzakelijk onderhoud en renovatie aan wegen, bruggen en dijken moeten altijd doorgang vinden ongeacht de stikstofuitstoot die daarmee gepaard gaat. De partij wil ook extra investeren in spoor-, auto- en vaarwegen.
  • D66 wil de belemmeringen voor de bouw, zoals stikstof, ook verhelpen.
  • ChristenUnie wil toe naar infraprojecten zonder emissies als bijdrage aan de stikstofdoelstellingen, deels door slim aanbesteden.
  • Bouwprojecten voor woningen krijgen voorrang boven snelwegen, zegt de PvdA.
  • GroenLinks legt geen nieuwe wegen aan en rept er daarom vrijwel niet over in het programma.