Maar het aantal vergunningen voor nieuwbouwwoningen daalde in het eerste halfjaar van 2022 met 18 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De laatste twaalf maanden werden vergunningen voor maar 70.000 woningen afgegeven. En de bouwproductie komt al jaren niet boven de 70.000 nieuwe woningen uit. Wat moet er gebeuren om in de buurt te komen van de 100.000 woningen per jaar? En waar krijgt Minister de Jonge hoofdpijn van?
1. Nieuwbouwwoningen duur
Van de nieuwbouwwoningen heeft slechts 3 procent een prijs onder de 250.000 euro. Vijf jaar geleden was dat nog 34 procent. Meer dan de helft (53 procent) van de nieuwe koopwoningen is tegenwoordig duurder dan 500.000 euro. Dat was vijf jaar geleden 11 procent.
2. Woningfabrieken
Vroeger duurde het bouwen van een woning dertig weken, binnenkort staat een huis er in drie maanden. Dat is de belofte van de BAM. Ook Plegt-Vos, Van Wijnen, VolkerWessels, Heijmans en ook het voormalige Jan Snel (nu Daiwa) willen een grootschalige geïndustrialiseerde productie van woningen in fabrieken. Er wordt echter verwacht dat er dit jaar 10.000 “industriële woningen” worden gebouwd.
3. Flexwoningen
Flexwoningen bouwen is de snelste manier om nieuwe sociale huurwoningen toe te voegen. Dat vindt Hugo de Jonge. Bij flexwoningen wordt al snel aan containerwoningen gedacht. Maar die gedachte is achterhaald. Flexwoningen worden vooral gebouwd voor arbeids(migranten) en “uitstroom uit de geestelijke gezondheidszorg”. Maar de nieuwe generatie flexwoningen verdient een grotere doelgroep. Bovendien kunnen flexwoonprojecten de ontwikkeling naar meer geïndustrialiseerd bouwen aanjagen.
4. Bouwlocaties
Als Hugo de Jonge en de provincies alle bestaande grondposities van de grootste projectontwikkelaars inzetten voor woningbouw, zouden ze in één klap 150.000 woningen kunnen toevoegen. Daarmee zou zo’n beetje de helft van het woningtekort opgelost zijn. Probleem is echter dat 86 procent van de grond van de grote projectontwikkelaars buiten de steden ligt terwijl de wens van de meeste gemeenten is om de woningbehoefte binnen de stad op te lossen. Dit jaar wil Hugo de Jonge grootschalige woningbouwlocaties aanwijzen. Maar verdichten van steden zou ruimte bieden voor 1 miljoen nieuwe woningen.
5. Stroomfiles
Door de energietransitie is het stroomnet overbelast. Grootschalige woningbouwlocaties moeten er niet op rekenen dat ze op tijd hun stroomvoorzieningen voor elkaar hebben. Binnenstedelijk woningen bouwen geeft veel minder problemen.
6. Woningcorporaties
Het aantal sociale huurwoningen daalt de afgelopen jaren. Woningcorporaties zijn van plan om 25.000 huurwoningen per jaar te bouwen. De afgelopen jaren kwamen ze echter meestal niet boven de 15.000 stuks uit. Grond is een van de problemen. Corporaties hebben veel minder grond dan zo’n tien jaar geleden. Ze zijn de komende jaren afhankelijk van marktpartijen en die vragen vaak fikse bedragen, waardoor betaalbare woningbouw lastig wordt.
7. Woningvoorraad
Niet alleen maar bouwen, bouwen, bouwen. Bestaande woningen benutten om de woningzoekenden woonruimte te bieden, is eigenlijk het laaghangende fruit. Woningdelen moet makkelijker gemaakt worden. Ook zou het aantal tweede woningen ingeperkt kunnen worden. Daarvan zijn er nu 28.000. Bovendien blijkt dat 99.000 huizen langer dan een jaar leegstaan. Niemand weet waarom.
8. Gemeenteambtenaren
Versnellen van gemeentelijke procedures is heel belangrijk. Gemeenten hebben echter te weinig ambtenaren. Nadat opeenvolgende Rijksbouwmeesters in 2013 en 2016 vertelden dat Nederland was uitgebouwd slankten gemeenten hun bouwafdelingen af.
9. Remkes
Er zijn talloze woningbouwprojecten de afgelopen jaren uitgesteld door het stikstofprobleem. De bouw van zeker zevenduizend woningen wordt vertraagd. Johan Remkes mag het oplossen.
10. Bouwvakkers
Nederlandse woningbouwers beschikken over onvoldoende arbeidskrachten om jaarlijks 100.000 nieuwe woningen te bouwen en dat zal zo blijven de komende jaren. Er is een tekort van ruim 7.700 werknemers. Komende jaren zal dat verder toenemen tot zeker 20.000. Tot en met 2030 komt daar geen verandering in.