De politiek, de verkiezingen en de bouw. Wat willen de partijen?

8 november 2023 – Nederlanders zetten de woningmarkt, na ‘kosten van levensonderhoud’ en ‘gezondheidszorg’, bovenaan hun lijstje met belangrijke verkiezingsthema’s.

Weinig verrassend zijn de zeer uiteenlopende oplossingen voor de stikstofcrisis. GroenLinks-PvdA staat op dat punt bijvoorbeeld pal tegenover BBB. De partijen kunnen elkaar wel weer vinden op het gebied van duurzaam materiaalgebruik.

Opvallend in bijna alle programma’s is de grotere rol voor woningcorporaties. Zij moeten extra financiële slagkracht krijgen zodat zij meer betaalbare woningen kunnen realiseren. Op andere vlakken lijkt de taal van partijen hetzelfde als twee jaar geleden. De transformatie van bedrijven naar woningen staat ook nu weer op de agenda, maar net als toen ontbreken gedetailleerde plannen. Ook wordt in diverse programma’s voortgeborduurd op huidig beleid. Zo moet de kwaliteit van water en bodem sturend worden bij ruimtelijk beleid. Ook wordt gepleit voor het versnellen van vergunningprocedures voor woningbouwprojecten.

1. Wonen – Ruim baan voor corporaties

De woningnood is groot. Overheid, corporaties en marktpartijen moeten zorgen dat er meer woningen bij komen. Daar zijn alle partijen het over eens. Het verschil zit hem in de hoe-vraag.

  • Vrijwel alle grote en kleine partijen willen de financiële teugels laten vieren voor corporaties en hen meer betaalbare en sociale huurwoningen laten realiseren, ook voor de middenklasse. Meerdere partijen willen bijvoorbeeld stoppen met de winstbelasting of corporaties toestaan om makkelijker geld te lenen voor nieuwbouw. De partij van Pieter Omtzigt, NSC, wil op die manier corporaties 350.000 woningen laten bouwen tot 2031. Van de voorhoede is alleen de VVD wat minder uitgesproken over het steunen van corporaties.
  • Vergunningsprocedures voor woningbouw moeten simpeler en sneller, vinden veel partijen. Dat is een deur die woonminister Hugo de Jonge (CDA) al wijd heeft opengezet voor de nieuwe coalitie. Wel varieert de manier waarop vergunningen versoepeld moeten worden. Bezwaarprocedures moeten voorrang krijgen bij de Raad van State, zegt BBB. Schrap meteen “alle belemmerende (stikstof)regels” zegt de PVV.
  • NSC wil expliciet speculatie met bouwgrond tegengaan door een gemeentelijke heffing in te voeren op de gestegen grondwaarde.
  • Het merendeel van de partijen (GroenLinks-PvdA, PVV, D66, PvdD, SP, CU) wil een op het puntenstelsel gebaseerde maximale huurprijs voor woningen in de middenhuur. VVD en BBB willen eerst onderzoeken of marktregulering niet leidt tot een terugloop in onmisbare investeringen.
  • VVD is voorstander van een kooprechtwet die elke huurder van een sociale huurwoning wettelijk voorrang geeft op het kopen van de eigen huurwoning.

2. Bouwlocaties – Wint buitenstedelijk bouwen?

Wáár moeten de nieuwe woningen komen? Daar heerst veel onenigheid over tussen partijen.

  • Bouwen en wonen worden een kerntaak van de overheid, als het aan regeringspartij VVD ligt. De liberalen willen de komende jaren gebruiken om “fundamenteel na te denken” over waar Rijk en bouwers “tientallen nieuwe wijken intekenen en bouwen”. De partij ziet vooral kansen in plekken rond al bestaande, hoogwaardige infrastructuur. Het Rijk mag locaties aanwijzen als gemeenten dat niet doen. In een ‘Bouwakkoord’ met bouwers, corporaties en provincies komen afdwingbare afspraken over de woningbouw.
  • Gemeenten moeten gemakkelijker groen licht krijgen om aan de randen van de bebouwde kom een ‘straatje erbij te bouwen. Deze veelgehoorde term uit de bouwbranche heeft zich in meerdere verkiezingsprogramma’s genesteld. VVD lijkt samen met PVV de enige uitgesproken voorstander van meer buitenstedelijk bouwen. Andere partijen willen vooral inzetten op binnenstedelijke locaties.
  • Ook BBB ziet snel bouwen buiten de stad zitten, desnoods in natuurgebied de Oostvaardersplassen, mits omliggende agrarische bedrijven behouden blijven.
  • D66 wil meer binnenstedelijk bouwen en bestaande woningen beter benutten. Net als GroenLinks-PvdA.
  • In gebieden die kwetsbaar zijn voor overstromingen, worden als het aan NSC ligt geen vitale functies meer aangelegd. Grootschalige nieuwbouwprojecten worden verspreid over het land.
  • BBB, GroenLinks-PvdA en D66 breken een lans voor transformatie of splitsing van de bestaande kantoren- en woningvoorraad. D66 wil bijvoorbeeld de landelijke transformatiesubsidie verruimen voor gemeenten en ontwikkelaars.

3. Duurzaamheid – Biobased alom omarmd

‘Biobased’ bouwen heeft een opmars gemaakt in de verkiezingsprogramma’s. Dat is mede het gevolg van een succesvolle lobby van duurzame bouwers.

  • Van links tot rechts, fan van de agrarische sector of niet; iedere partij ziet biobased wel zitten. Met name omdat het boeren kan laten overstappen van veeteelt naar teelt van natuurlijke bouwmaterialen. GroenLinks-PvdA en CU noemen ook de lagere stikstof- en CO2-voetafdruk van biogrondstoffen als voordeel.
  • De materialen kunnen worden toegepast in de modulaire bouw en in fabriekswoningen, weet onder andere VVD te melden.
  • D66 wil dat meer woningen met biobased materialen geïsoleerd worden.
  • GroenLinks-PvdA gaat een stap verder en lanceert een zogeheten isolatie-offensief. Er moet een Nationaal Isolatie-inkoopbedrijf komen om gemeenten de komende tien jaar te ondersteunen bij de inkoop van werkvoorraad bij bouwers. Corporaties worden financieel gestimuleerd om hun woningen te verduurzamen en zo veel mogelijk zonnepanelen te leggen.
  • NSC wil een lagere huurprijs voor slecht geïsoleerde huurwoningen. Met een nationaal programma voor energiebesparing dalen de kosten voor huishoudens en de CO2-uitstoot door bedrijven. De opbrengst van de veiling van CO2-emissierechten wil Omtzigts partij inzetten voor het isoleren van huurwoningen.
  • De BBB wil isoleren liever financieel stimuleren, niet dwingen. Bij sloop en renovatie van woningen kan wel meer rekening worden gehouden met hergebruik van materialen. De partij stelt tegelijk voor om duurzaamheidseisen voor de bouw en het Bouwbesluit een paar jaar te bevriezen.

4. Infrastructuur – Wel wegen, geen wegen

Voor de meeste partijen staat buiten kijf dat er geïnvesteerd moet worden in het onderhouden van verouderde infrastructuur. Maar meer of minder nieuwe wegen aanleggen? Daarover botsen de partijen.

  • Geheel conform de titel van het programma ‘Fijn wonen, vlot doorrijden’ is de VVD vóór de aanleg van (klimaatbestendige) nieuwe wegen.
  • Veel (kleinere) partijen, waaronder GroenLinks-PvdA, D66, en CU, willen geen nieuwe of bredere snelwegen. De verbreding van de A27 Ring Utrecht zien ze dan ook niet zitten. De VVD en PVV willen juist meer wegen aanleggen, ondanks oponthoud door stikstof. Ook de BBB wil zolang er geen betaalbaar alternatief is voor de auto werken aan bekende verkeersknelpunten. Omtzigts NSC zit ertussenin: de partij wil de ring rond Utrecht niet verbreden, maar wel bepaalde knelpunten aanpakken.
  • Partijen als D66 en GroenLinks-PvdA pleiten voor meer investeringen in openbaar vervoer. Laat de Lelylijn en de Nedersaksenlijn maar komen, zegt ook NSC.
  • Alle partijen zijn voorstander van vervanging en renovatie van infrastructuur met achterstallig onderhoud. In sommige programma’s, zoals dat van de VVD, wordt gepleit voor extra geld. Volgens de CU heeft met name Zeeland hard geld nodig om een groot aantal verouderde bruggen aan te pakken.
  • NSC en CDA willen opnieuw naar de tientallen aanlegprojecten kijken die zijn stilgelegd door stikstofproblematiek. Waar nodig voor de veiligheid en bereikbaarheid, willen deze partijen enkele projecten weer aanzwengelen.

5. Stikstof – Op een of andere manier van het slot

De stikstofproblematiek speelt in alle bovengenoemde dossiers een rol. In de programma’s wordt het onderwerp meestal genoemd in combinatie met de transitie van de agrarische sector. Maar op enkele punten raakt de crisis ook de bouw:

  • De aanleg van kleinere wegen bij bijvoorbeeld bedrijventerreinen moet doorgaan, ook als er stikstofproblemen optreden, vindt de VVD. De partij wil de stikstofvergunningsplicht voor kleinere projecten afschaffen, omdat deze weinig stikstof zouden veroorzaken. NSC pleit voor bestuurlijke afwegingsruimte om hier per project over te kunnen besluiten.
  • GroenLinks-PvdA wil voorzichtig het stikstofslot openen. De partij wil laten onderzoeken of er een speciale ondergrens kan komen voor “essentiële projecten”, zodat deze kunnen worden uitgezonderd van de strikte generieke regels voor stikstofuitstoot.
  • De partij wil net als D66 vasthouden aan het halveren van de stikstofuitstoot in natuurgebieden in 2030. De BBB wil dat doel loslaten en het stikstofbeleid voeren op basis van de huidige staat van natuurgebieden. NSC en CDA willen meer tijd: het stikstofdoel moet in 2035 bereikt zijn. PVV wil de stikstofregels en subsidies voor stikstofmaatregelen schrappen.
  • De VVD oppert een marktgebaseerd stelsel om schadelijke stikstofuitstoot te beprijzen, in samenspraak met de landbouw en bedrijven. Deze partij wil op den duur de Natura 2000-gebieden in Brussel laten aanpassen, terwijl een partij als D66 ze juist wil behouden en ‘bufferstroken’ om de natuurgebieden heen wil creëren.
  • NSC wil de rekenmodellen die worden gebruikt voor stikstofdepositie tegen het licht houden.

Wie het weet, mag het zeggen!