Bouw heeft uiteindelijk 75000 professionals nodig

19 november 2020 In de jaren 2022 tot en met 2024 zijn er 75.000 extra bouwvakkers nodig volgens het EIB. In 2020 is er nog sprake van een werkgelegenheidsdaling van 1 procent. Dat is een stuk positiever dan onderzoekers dachten aan het begin van de coronacrisis. Maar de steunpakketten van de overheid hebben een sterke productiedaling weten te voorkomen. Dat is goed nieuws. Ook goed nieuws is dat banken en verhuurders hun klanten uitstel van betaling hebben verleend waardoor de liquiditeit behouden bleef met als gevolg een stabiel laag aantal faillissementen. Ook in de bouw. En nog meer goed nieuws is dat een belangrijk deel van de consumentenbestedingen naar verbouwingen is gegaan. Daardoor is er zelfs sprake van groei in de verbouwproductie op de woningmarkt.

Voor het eerst in vijf jaar tijd is in 2020 de werkgelegenheid in de bouw gedaald en nam het arbeidsvolume af met 6.000 arbeidsjaren. Ook het aantal vacatures is vanaf het hoogtepunt in 2019 tot aan september met een kwart gedaald.

Voor 2021 wordt ook nog een flinke productiedaling verwacht. Vooral de utiliteitsbouw zal hard worden geraakt met een verlies van 8 procent. De woningbouw en gww krimpen beiden met 5,5 procent. Alleen in de onderhoudssector treedt herstel op.

De werkgelegenheid zal, als gevolg hiervan,  met 18.000 arbeidsjaren krimpen. Vooral vaste arbeidsplaatsen zullen met 10.000 arbeidsjaren afnemen. Dit zal worden opgevangen door een lagere instroom van medewerkers die de sector zullen gaan verlaten.

Als we de coronacrisis in 2021 onder de duim weten te houden zal er direct een sterk herstel van de bouwproductie plaatsvinden volgens het EIB. De productie gaat vanaf 2022 weer met gemiddeld 5 procent per jaar stijgen en de werkgelegenheid zal dan ook weer fors gaan toenemen met een groei in 3 jaar tijd van 34.000 arbeidsjaren tot een totaal van 474.000. De werkgelegenheid komt dan in 2024 zelfs boven het niveau van 2019 uit.

Er zal krapte ontstaan door uitstroom van arbeidsongeschikten en pensionering. In drie jaar tijd zijn er dan totaal bijna 75.000 arbeidskrachten nodig voorspelt het EIB. Vooral de werkgelegenheid in de flexibele schil zal flink groeien, met in totaal 20.000 arbeidsjaren. Een deel hiervan zal moeten worden opgevangen door leerlingen vanuit opleidingen. In de komende 4 jaar leveren opleidingen (voornamelijk mbo, maar ook hbo en wo) voor bijna 50.000 arbeidskrachten aan nieuw aanbod op.

Het aanbod van buitenlandse arbeidskrachten zal in 2021 sterk afnemen. Volgens de prognose van het EIB neemt deze groep 40 procent van het totale banenverlies in de bouw voor haar rekening. Het merendeel van de getroffen buitenlanders keert terug naar het thuisland of zoekt elders werk. Met het aantrekken van de vraag vanaf 2022 zal echter ook de inzet van buitenlandse werknemers weer toenemen. Het is de verwachting dat het aantal dan weer snel oploopt van 39.000 in 2021 tot 53.000 in 2024, 4.000 meer dan  in 2019.

Het worden spannende tijden!!!