Arbeidsmarktontwikkelingen

11 november 2022 – Minder bedrijven worden inmiddels gehinderd door een tekort aan personeel. Vanaf volgend jaar zal de krapte geleidelijk afnemen. Dit schrijft het Economisch Instituut voor de Bouw over de arbeidsmarkt.
Na twee jaar van een sterk oplopende krapte op de arbeidsmarkt lijkt die haar hoogtepunt te hebben bereikt. Er staan weliswaar nog heel veel vacatures open maar het aantal bedrijven dat wordt gehinderd door personeelsgebrek is met twintig procent teruggelopen.

Bovendien lopen orderportefeuilles langzaam leeg en zal ook de dalende bouwproductie die economen vanaf volgend jaar voorzien voor afkoeling zorgen. Vanaf 2023 groeit de productie met slechts 1,5 procent en het jaar daarop 1 procent, stukken minder dan de 3,5 procent groei van dit jaar.

In de bouw lijkt deze afkoeling niet te worden gevoeld. Meer dan de helft van de ondernemers verwacht dat ze over vijf jaar nog kampen met een tekort aan personeel. Dit bleek eerder uit een Bouwmonitor-onderzoek. De afgelopen twee jaar is de spanning op de markt nog flink opgelopen, blijkt uit vacaturecijfers van het CBS. In het tweede kwartaal dit jaar stonden er 81 vacatures open per 1.000 werknemers, een derde meer dan de piek in 2019. De markt is nog krap maar wordt de komende jaren wel ruimer.

Een van de belangrijkste verklaringen voor de sterk oplopende spanning van de afgelopen jaren is een stagnerende arbeidsproductiviteit stelt het EIB.  Die werd vooral veroorzaakt door de coronacrisis. Daardoor steeg het ziekteverzuim in de bouwsector van 4 procent voor de pandemie tot 5,5 procent dit jaar. Dit betekent omgerekend een verlies van 7.500 fulltime banen, aldus het EIB.

Ook bij een lagere arbeidsproductiviteit zal de werkgelegenheidsgroei de komende jaren afnemen, verwacht het EIB. De werkgelegenheid groeit volgend jaar met een magere 1 procent (zo’n vijfduizend arbeidsjaren), terwijl dat de afgelopen drie jaar gemiddeld twee procent was. De jaren daarna loopt de groei nog verder terug naar zo’n 0,5 procent (zo’n 2.000 arbeidsjaren). De werkgelegenheid loopt op van 485.000 arbeidsjaren dit jaar naar 498.000 in 2026.

Circa 90 procent van de 52.000 arbeidskrachten die volgens het EIB in de periode 2023-2026 extra nodig zijn, zal instromen vanuit opleidingen. Dit komt doordat de instroom volgens het EIB al jaren ‘een stevige opwaartse beweging’ vertoont en kan dat blijven doen ‘mits de sector marktaandeel blijft winnen’. Het aantal leerlingen dat van een bouwopleiding afkomt en gaat werken in de bouwnijverheid is gestegen van 10.400 in 2017 tot 12.400 in 2022. De rest van de vraag kan worden ingevuld met buitenlandse arbeidskrachten.