4 maart 2025 – De regionale woondeals van Hugo de Jonge lopen flink achter op schema. In 2024 haalde slechts 11 procent van de regio’s de doelstellingen. Slechts vier van de 35 regio’s (11 procent) haalden de aantallen die in hun regionale woondeal staan. De woningbouwmisère verspreidt zich zo als een olievlek over Nederland. In 2023 wisten nog elf regio’s (31 procent) hun bouwambities te realiseren. Doelen werden toen vooral gehaald in gebieden in Friesland en de grensregio’s. Inmiddels begeven ook deze gebieden zich op glad ijs. Neem de Wadden met zijn bescheiden bouwopgave: in 2023 werden er 73 woningen gebouwd (doel: zeventig), en in 2024 nog maar 39 (doel: tachtig).
De woondeals zijn – niet-bindende – afspraken tussen het Rijk, de provincies, (bijna alle) gemeentes, marktpartijen en corporaties. Nederland werd opgedeeld in 35 regio’s bestaande uit één of meerdere gemeentes, die iedere een eigen woondeal kregen. Daarin werd vastgelegd hoeveel woningen zij op jaarbasis willen realiseren, en hoeveel woningen er tot en met 2030 in Nederland moeten verrijzen. De woondeals gingen uit van 936.000 woningen, maar deze ambitie is reeds verhoogd naar 981.000, omdat de woningnood is verergerd.
In 2023 werden er nog 88.000 woningen gebouwd, wat zo’n 83 procent van het jaardoel was. Onverklaarbaar is dat niet. Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) voorspelde in de Staat van de Volkshuisvesting 2023 dat er een bouwdip zou zijn in 2024 en 2025 vanwege ‘verslechterende economische omstandigheden’. Bovendien lag de totale ambitie in de woondeals afgelopen jaar (124.000 nieuwe woningen) hoger dan het jaar ervoor (105.000).
Volgens de woondeals hadden in 2024 in de 35 regio’s tezamen ruim 124.000 woningen gebouwd moeten worden. Uit CBS-data blijkt dat er in werkelijkheid maar 82.000 woningen zijn gerealiseerd, 66 procent van het streefaantal. Een derde van de geambieerde woningen is dus niet gebouwd.